Is wetenschap uit de gratie?
Ik weet niet waarom maar wetenschap lijkt uit de gratie te zijn. Bij discussies krijg ik namelijk regelmatig te horen: ‘niet alles hoeft wetenschappelijk bewezen te zijn‘, ‘ik ga van mijn gevoel uit‘, ‘dit kun je alleen begrijpen als je verder durft te kijken‘ en ‘heb je het wel gelezen of je erin verdiept?‘. Alsof je verlicht bent als je een bepaald idee met je hart omarmt en daarbij hard schopt tegen de wetenschap. Alsof gevoel en wetenschap lijnrecht tegenover elkaar staan. Alsof wetenschappers ons de verdoemenis in willen helpen. Alsof een lijst van gelezen literatuur of bewijsvoering van verdieping getoond moet worden voordat je mee mag praten. Wat me nog het meest verbaast is een opmerking uit een verhit gesprek dat ik laatst had, waarbij naar me werd teruggekaatst dat ‘wetenschap niet onafhankelijk is‘.
Dat zette me wel even aan het denken. Hoe kan iemand dat nou vinden? Wetenschappelijk onderzoek vormt het fundament van onze kennismaatschappij. Met onderzoek krijgen we antwoord op vragen en het behoedt ons voor denkfouten* en ongegronde overtuigingen. Wetenschappelijk onderzoek stelt ons in staat de wereld beter te begrijpen en te verbeteren. En als ik naar mijn vakgebieden kijk, het onderwijs en jeugdhulp, zijn daar een boel kinderen mee geholpen.
Wetenschappelijk onderzoek is feitelijk een manier om op gestructureerde en systematische wijze kennis te vergaren. Een idee, een ervaring of een veronderstelling leidt tot een hypothese die getoetst wordt in een experiment. De gegevens die daar uit komen, leiden tot een conclusie of bevinding. Met voorzichtigheid want het betreft een nabootsing van de realiteit, in veel gevallen. Door de structuur en systematiek kunnen antwoorden gevonden worden los van persoonlijke overtuigingen of vooroordelen. Heel onafhankelijk dus. Maar met een bevinding alleen ben je er nog niet. Niet voor niets staan in wetenschappelijke artikelen, het theoretisch construct, de methodologie, conclusies en aanbevelingen zo uitvoerig beschreven. Eén keer iets bevinden zegt nog niets. Wetenschappelijk onderzoek vereist reproduceerbaarheid. Andere onderzoekers moeten het onderzoek kunnen herhalen en tot dezelfde conclusie komen, dan pas is een bevinding ‘geldig’. Eén onderzoek = dus geen onderzoek, in de wetenschap. Toevalligheden of eenmalige fouten moeten uitgesloten worden. Hoe onafhankelijk wil je het hebben! Helaas leert de praktijk dat er grote conclusies worden getrokken uit bevindingen waarvoor nog geen herhaalonderzoek heeft plaatsgevonden of dat voorzichtigheden rondom bevindingen** genegeerd worden. Hier maakt de wetenschap geen fout, maar de mens. Die wil te snel of is te gretig.
In discussies die ik soms heb met aanhangers van neuro- / onderwijsmythen verbaas ik me over hoe er soms wordt vastgehouden aan één of slechts enkele onderzoeken. Laatst nog wierp een auteur van twee boeken op: ‘Mijn manier van werken vanuit verschillende invalshoeken werkt! En sterker nog: wetenschappelijk bewezen in de jaren 70! Door de universiteit van Leiden! Volledig erkend door deze Universiteit en nooit weerlegd. Waarom moet altijd alles opnieuw bewezen worden?‘ Wetenschap betekent vooruitgang. Weerleggen gebeurt niet alleen met een tegenonderzoek, er kunnen ook andere redenen zijn waarom een bevinding ergens in de tijd is blijven steken. Bijvoorbeeld als herhaalonderzoek niet tot dezelfde conclusies leidt, of omdat het al stuk loopt op het theoretisch construct of op de methodologie. Andere onderzoekers keren het dan de rug toe en het feit dat niemand het oppikt of ernaar verwijst, is dan juist veelzeggend. Dus: in de 50 jaar die verstreken zijn weten we inmiddels meer***. Veel van de vooruitgang in onze samenleving is het directe resultaat van wetenschappelijk onderzoek. Of het nu gaat om medische doorbraken, technologische vooruitgang of sociaalwetenschappelijke ontdekkingen, wetenschappelijk onderzoek drijft innovatie en verbetering. De vraag ‘waarom moet altijd alles opnieuw bewezen worden?‘ doet dat, en wat mij betreft ook de nieuwsgierigheid van de mens, te kort.
Wetenschappelijk onderzoek streeft objectiviteit na. Persoonlijke overtuigingen worden aan de kant gezet. Het gaat om feiten en bewijs. Best lastig in onze complexe wereld. Maar ook hier bieden de structuur en systematiek soelaas om die complexiteit te begrijpen. Zo worden verbanden ontward, oorzaken en effecten geïdentificeerd en kunnen voorspellingen gedaan worden. Vaak met grote voorzichtigheid.
Mensen hebben de neiging om informatie te zoeken die hun bestaande overtuigingen bevestigt. Dat wordt het bevestigingsvooroordeel genoemd. In het Engels: confirmation bias. Laatst nog reageerde iemand op LinkedIn met: ‘Reflexintegratie is wel wetenschappelijk aangetoond, maar dan moet je wel naar de juiste bronnen kijken’. Een mooier voorbeeld van een bevestigingsvooroordeel kan ik niet geven. Dit is de gekleurde bril die we hebben als we ergens enthousiast over zijn. Het gaat er echter om dat we naar álle bronnen kijken. Niet alleen naar de bronnen die een idee ondersteunen. Hoe objectief ben je dan? Als je zegt dat er ‘juiste’ bronnen zijn, zeg je ook dat er ‘onjuiste’ bronnen zijn. Maar dan zeg je eigenlijk dat ‘onjuist’ in dit geval een bron is die niet bevestigt wat je gelooft.
Wetenschappelijk onderzoek kijkt naar gegevens die de hypothese ondersteunen, maar ook naar gegevens die de hypothese tegenspreken. Daarnaast wordt er zorgvuldig gekeken naar verbanden en oorzaak-gevolgrelaties, het één is namelijk wat anders dan het ander. In ons snelle denken trekken we soms de verkeerde conclusies en zien we verbanden die er niet zijn. Wetenschappelijk denken moedigt kritisch denken aan. Het vraagt ons om bewijs te evalueren, vragen te stellen en niet tevreden te zijn met oppervlakkige antwoorden. Daarom ben ik allergisch geworden voor antwoorden als ‘niet alles hoeft wetenschappelijk bewezen te zijn‘. Dit oppervlakkige antwoord zou niet de reden moeten zijn om iets ‘wel’ te doen. Ik ben er ook allergisch voor omdat het een onterechte smet geeft aan de wetenschap. Alsof het iets vies betreft, iets waar je vooral flink van uit de buurt moet blijven. Ik ben er inmiddels over uit dat het met name gezegd wordt om te verhullen wat men eigenlijk zou moeten zeggen, namelijk: ‘ik doe dingen omdat ik erin geloof en aan jou veel geld wil verdienen’. Maar nee, dat zegt niemand. Maar ondertussen worden er wel mensen misleid.
Het is ook belangrijk om bij het volgende stil te staan: Individuele ervaringen en anekdotisch bewijs zijn niet representatief voor de bredere realiteit. Ik geloof best dat mensen het geijkte pad af kunnen gaan en dan op iets kunnen stuiten dat werkt voor hen. Dat betekent niet direct dat het voor een ander werkt. Wetenschappelijk onderzoek helpt om generalisaties te vermijden en op zoek te gaan naar patronen gebaseerd op grootschalige gegevens. En om te kijken naar wat een bevinding betekent voor een grotere groep. Ervaringen kunnen heel waardevol zijn voor de hypothesevorming, maar zijn an sich geen bewijs.
We moeten de wetenschap niet de rug toe keren. Het gebeurt helaas, met name op momenten dat het indruist tegen geloof of als conclusies mensen niet aan staan. Dan is ‘wetenschap niet zaligmakend‘ of wordt aangegeven dat ‘universitair geschoolde personen zich verheven voelen boven ‘anders’ opgeleiden’. Bijzonder dat feiten en bewijs leveren soms op deze reacties kan rekenen. Uiteraard heeft de wetenschap niet overal een antwoord op. Dan kan en hoeft ook niet. Opmerkelijk is wel dat wetenschap uit de gratie raakt als het een bias of sterk geloof raakt. Dan gebeurt er intern wat, dan raakt het de identiteit van mensen. En ik vraag me af of je dan wel zo kritisch en objectief als mogelijk bent. Daarom zie ik wetenschappelijk onderzoek als gereedschap, als een krachtige manier voor ons allemaal om de wereld te begrijpen. Het behoedt ons voor denkfouten, bevordert objectiviteit en stimuleert een nieuwsgierige geest. Het helpt ons een spiegeltje voor te houden. Een spiegeltje dat wat mij betreft hard nodig is.
Nawoord:
Bedankt voor het lezen van dit blog. Wil je reageren? Voel je vrij om een reactie achter te laten. Voel je ook vrij om mijn blog te delen met jouw netwerk of collega’s. Ik schreef nog meer interessante blogs, waarin ik een lans breek om dwaalwegen links te laten liggen als het gaat om het ondersteunen en begeleiden van kinderen. Lees deze als je geïnteresseerd bent in welke mythen inmiddels ‘debunked’ zijn, in hoe je gezond verstand kunt inzetten om jezelf te behoeden en in aanvullende achtergrondinfo en handige links.
Mijn common sense’jes tegen dwaalwegen
Toevoeging 25 april 2024: Op YouTube is een interessant filmpje te vinden van Paul Kirschner over onderwijsmythen. Mogelijk vind je dat interessant! Klik hier om het filmpje te bekijken.
In juni 2024 is het boek Eigen onderzoek eerst van Adriaan ter Braack (linkt door naar BOL) uitgekomen waarin hij uitlegt hoe pseudowetenschap terrein wint. Hij legt ook uit waarom het aannemelijk klinkt en dat echt iedereen ten prooi kan vallen. Ook legt hij uit hoe je je hieruit kunt bevrijden. Echt een aanrader!
*Noten*
*Denkfouten – In mijn discussies, met name op LinkedIn, vallen sommigen over het woord denkfouten. Men vindt dat het een toon zet. Een negatieve. Echter: dit is een gangbare term. We maken denkfouten…allemaal. Dus u en ik. Dat heeft te maken met hoe ons brein werkt. Lang verhaal. 🙂 Er zijn verschillende denkfouten. In dit blog werd het bevestigingsvooroordeel al genoemd, maar ongetwijfeld zal selffulling prophecy en affectheuristiek u ook iets zeggen. Er zijn er nog meer. Met zoektermen als ‘heuristiek’ of ‘bias’ komt u al een eind op Google. Voor onderwijsprofessionals schreef Marald Mens Bananenschillen op school, over uitglijders in je denken (Pica) waarin hij de meest voorkomende beschrijft aan de hand van voorbeelden in het onderwijs. Hij legt in dit boek het ‘lange verhaal’ ook uit. 🙂
**Omdat in wetenschappelijk onderzoek realiteit wordt nagebootst of naar een klein onderdeel wordt gekeken dienen bevindingen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. In publicaties lees je daarom niet voor niets ‘met voorzichtigheid kunnen we……’, ‘we hebben aanwijzingen gevonden voor …..’. Ook in de aanbevelingen lezen we vaak terughoudendheid. Er wordt in veel gevallen voor herhaalonderzoek gepleit. Helaas is het zo dat deze voorzichtigheden wegvallen, met name als we enthousiast zijn over een bevinding of als conclusies via de tamtam worden doorgegeven. Samenvattingen van onderzoeken in De Margriet, Libelle, op Facebook en noem maar op? Leuk om nieuwsgierig van te worden, maar ga daarna altijd naar de eigenlijke bron. Ga op zoek naar de ‘voorzichtigheid’.
***Wetenschappelijk onderzoek lezen en interpreteren is reuzemoeilijk. Dat er onderzoek is gedaan, zegt nog niks over de geldigheid. Naast herhaalonderzoek, gaat het ook over ‘wie het oppakt’ en of er peer reviewing heeft plaatsgevonden. Dit laatste houdt in dat vooraanstaande collega’s meekijken en feedback geven, vaak voor publicatie. Heel belangrijk!!!
Een handige tip om bronnen te beoordelen is door te kijken naar ‘citations’, ofwel hoe vaak een artikel geciteerd is. Een aanvullende tip is ook: kijk naar welke artikelen verwezen wordt. ‘Volg de verwijsketen’ dus. Kijk ook altijd naar meta-analyses en systematic reviews. Een meta-analyse is een onderzoek waarbij de resultaten van eerdere onderzoeken samen worden genomen om een nauwkeurigere uitspraak te doen. Bijvoorbeeld over een theorie of een bevinding. In een systematic review is het hele proces van vraagstelling tot conclusie transparant. Ook de kwaliteit van individuele studies (qua opzet etc) wordt beoordeeld. Zo controleert de wetenschap de wetenschap dus. Onderzoekers zijn immers ook mensen. 😉
De afbeeldingen komen van Pixabay.
Interessante aanvullingen:
Met meerdere mensen heb ik, na het verschijnen van dit blog, interessante gesprekken gevoerd, met name over het onafhankelijk blijven. Hieruit kwam naar voren dat het ook zinvol is om te kijken ‘wie’ het onderzoek uitvoert. Als een ‘maker/bedenker’ (of iemand uit diens team) zelf betrokken is bij een effectiviteitsonderzoek dan is het belangrijk waakzaam te zijn. Degene met de portemonnee heeft misschien meer vinger in de pap dan wenselijk. Follow the money, dus. Laten we lering trekken uit de situaties rondom Cogmed en Bodymap. Het maakt duidelijk dat kritisch zijn meer dan nodig is.
Graag attendeer ik lezers die enthousiast zijn over het onderwerp op The Theory Of The Stork. In dit artikel wordt aan de hand van een theorie rondom ooievaars en geboorte van baby’s uitgelegd hoe denkfouten gemaakt kunnen worden bij onderzoek. Een onderzoek met een onderwijskundig en humoristisch doel.
Gerelateerde berichten
Het explosieve kind
Over het begrijpen en opvoeden van snel gefrustreerde, chronisch inflexibele kinderen. Ross W. Green. Uitgeverij Nieuwezijds: 4e, geheel herziene editie, 2023. Bij het lezen van de ondertiteling ging ik aan.…
LEES VERDEROverprikkeld
Praktische strategieën om de wereld van je prikkelgevoelige kind te structureren. Carolyn Dalgliesh, 2014, Hogrefe. Een superfijn boek voor ouders die hun prikkelgevoelige kind graag willen ondersteunen. Er worden veel…
LEES VERDEREmotieklets
Samen wegwijs in de wereld van emoties. Michal Janssen en Tischa Neve. Gezinnig, 2022. Een boek om stil te staan bij de emoties van het kind. Het boek is bedoeld voor…
LEES VERDER